top of page
CKV
ARCHITECTUUR
Kijkwijzer opdracht
Bekijk voor je met de opdracht begint de PowerPoint over architectuur.
Klik
Kies een bijzonder gebouw uit de Nederlandse architectuur. Het maakt niet uit of het heel oud is of niet, maar het moet wel bijzonder zijn.
Beschrijf het gebouw aan de hand van de volgende 12 vragen. Zorg voor een goed leesbaar verhaal en voeg een passende afbeelding toe.
1. Wie is de architect?
2. Hoe heet het gebouw?
3. Op welke plek staat het gebouw?
4. Wat is je eerste indruk van het bouwwerk?
5. Wat zie je: hoe verhoudt het gebouw zich met de omgeving?
Opdrachtgevers vragen architecten vaak om een opvallend gebouw neer te zetten. Wanneer een nieuw gebouw in de oude binnenstad wordt ingepast, staat de architect voor de keuze zijn gebouw hieraan aan te passen of juist een zo groot mogelijk contrast te zoeken.
6. Wat zie je: welke materialen vallen op? (hout, staal, glas etc.)
7. Wat zien je: wat is de grondvorm van het gebouw?
Kenmerken voor het modernisme is de eenvoudige 'doosvorm', deze bepaalt veel van de architectuur tussen 1930 en 1980. Structuralisten werken met kleinere - vaak geometrische - vormen die gestapeld worden in een structuur waarin herhaling, ritme en variatie een rol spelen.
Organische vormen zijn vormen die ontleent zijn aan de natuur.
8. Wat zie je: valt de entree van het gebouw op? (de entree is de plek waar je naar binnen kunt).
9. Wat zie je: wat valt op aan de constructie?
10. Is het op een bijzondere manier gebouwd? Zo ja, hoe dan?
11. Functie: kun je aan de buitenkant goed zien waar het gebouw voor gebruikt wordt?
12. Betekenis: welke associaties roept het gebouw op?
- Status, macht
- Gesloten bolwerk, vesting
- Open, toegankelijk gebouw
- Veel uiterlijk vertoon (extravagant)
- Pure 'abstracte' architectuur
bottom of page